GEDRAGSCODE VOOR OUDERS

Doelstelling van de gedragscode

De onderstaande gedragsregels draaien rond de kernwaarden die Skate Vlaanderen als sportorganisatie hoog in het vaandel draagt, zoals respect, integriteit, loyauteit, discretie en fair-play. Skate Vlaanderen wil met volgende gedragsregels aangeven welk gedrag wenselijk is en welk gedrag afgekeurd wordt. De lichamelijke, psychische, sociale en seksuele integriteit van de sporter dient te allen tijde te worden gerespecteerd.

Elke overtreding van de gedragscode, evenals elk misdrijf dat gepleegd wordt, kan tuchtrechtelijk gesanctioneerd worden. Dat betekent dat de persoon in kwestie bijvoorbeeld kan ontzet worden uit zijn functie, of uitgesloten kan worden van Skate Vlaanderen of van activiteiten die door Skate Vlaanderen georganiseerd worden.

Overkoepelende principes bij de organisatie en beoefening van de sport

  • Er wordt gesport, getraind en aan wedstrijden deelgenomen op een manier waarbij de gezondheid van de sporter en het correct ethisch handelen gewaarborgd wordt, altijd en overal.
  • Er wordt specifieke begeleiding voorzien voor en aandacht besteed aan kinderen door rekening te houden met hun ontwikkelingsniveau en eigenheid, zowel fysiek, als mentaal. De positieve waarden in de jeugdsport worden nagestreefd.
  • Sportiviteit, respect en fair-play gelden zowel ten aanzien van clubleden, als ten aanzien van tegenstrevers, trainers, scheidsrechters en supporters, ongeacht hun geslacht, culturele achtergrond, geaardheid, herkomst, sociale status, handicap, geloof of levensbeschouwing, politieke of syndicale overtuiging, taal of gezondheidstoestand..
  • Regels en reglementen zijn gekend en worden gerespecteerd.
  • Pesten, doping, drugs, intimidatie, machtsmisbruik, wedstrijdvervalsing, corruptie, ongewenst seksueel gedrag, agressie en geweld zijn strikt verboden. Het plegen van misdrijven is uit den boze.
  • De sporter wordt beschermd tegen de negatieve effecten die sport kan veroorzaken zoals prestatiedruk, blessures of gezondheidsrisico’s.

Gedragsregels

Van een ouder wordt verwacht dat hij/zij ernstig handelt en dat hij/zij zich bewust is van zijn voorbeeldfunctie.

De ouder respecteert minstens de volgende gedragsregels.

Attitude

  1. Als een kind niet wil deelnemen aan sport, is daar een reden voor. Forceren helpt niet.
  2. Kinderen sporten voor hún plezier, niet voor dat van jou.
  3. Je kampioen is in de eerste plaats je kind, pas daarna atleet.
  4. Moedig je kind aan de regels te volgen (zowel het reglement als de gedragscode).
  5. Ondersteun alle pogingen om positief gedrag te stimuleren en negatief gedrag te voorkomen.
  6. Elk kind is welkom bij de sportclub. Ouders kunnen hun eigen kinderen stimuleren om te sporten. Als ouder stel je geen handelingen die andere jongeren afbreuk doen.
  7. Een gesprek werkt, een verwijt niet.
  8. Aan één trainer heeft je kind ruimschoots voldoende. Jouw taak als ouder is belangrijker: ouders oordelen niet, ze ondersteunen. Je kampioen weet trouwens meestal zelf heel goed wat hij/zij moet doen.

Training

  1. Je kind moet op tijd op training zijn, help daar ook aan mee.
  2. Accepteer de beslissingen van de trainer. Ga je niet akkoord, spreek hem of haar er dan onder vier ogen over aan en kies hiervoor een geschikt moment.
  3. Erken de waarde en het belang van (vrijwillige) trainers. Zij geven hun tijd en kennis om het sporten van jouw kind mogelijk te maken.
  4. De trainer is geen helderziende: durf op een gepaste manier te zeggen wat je denkt en voelt. Vertel de trainer bijvoorbeeld wanneer iets werkt voor jou, hij zal er positief op reageren. Maak ook – beleefd – duidelijk wanneer de trainer iets zegt of doet waarbij je je onprettig voelt.

Wedstrijd

  1. Kinderen willen niet altijd winnen, ze willen vooral plezier maken. Toon als ouder ook een glimlach als het even niet zo goed gaat. Verander een nederlaag in een overwinning door op andere zaken te wijzen.
  2. Leer je kind dat eerlijkheid en inzet belangrijker zijn dan winnen.
  3. Toon respect voor de officials. Val een official nooit in het openbaar aan en trek de integriteit van de juryleden niet in twijfel.
  4. Ga na wat je kind leuk vindt aan je reacties na de wedstrijd.

Materiaal

  1. Spreek je kind er op aan als het niet respectvol omgaat met het materiaal, met teamgenoten of anderen.

Gezondheid

  1. Zorg dat je kind voldoende rust en een goede voeding krijgt. Het zijn basisvoorwaarden om te groeien, zowel fysiek, psychisch als in prestaties. Probeer zelf een voorbeeld te zijn.
  2. Rook niet in de nabijheid van minderjarige sporters (of gezonder nog: rook niet).
  3. Laat je kind toe zich te ontwikkelen volgens de sportieve fasen die eigen zijn aan de leeftijd. Praat er eventueel over met de train(st)er, hij/zij is de expert.